Noem het bitterballen
Hoi! “Maak ze een maatje kleiner en je kunt ze bitter noemen,” zei mijn man over deze ballen. Bitterballen, dat zei hij, dat ik ze dan bitterballen kan noemen. ALS IK DAT WIL DAN KAN IK ALTIJD ALLES BITTERBALLEN NOEMEN! Sorry voor dit inkijkje in mijn soms wat ongetemde en agressieve geest, meestal houd ik dit soort dingen voor mezelf. Maar laat ik even braaf opzoeken wat een bitterbal nou eigenlijk definieert.
Oh, een gefrituurd balletje kalfsragout. Ragout? Dat zijn stukjes vlees met gekruide saus. Nou ja ik maak in veel olie gebakken ballen van stukjes boon en wortel met gekruide saus. Reuzelekker en reuzegroot, ik noem ze gewoon bitterbrallen. Brallen? Dat is luidruchtig opscheppen. Ga ik ook doen. Als ik zometeen zo’n bral op mijn bord schep dan roep ik hard: ALS IK DIT EEN BITTERBAL WIL NOEMEN DAN NOEM IK HET EEN BITTERBAL JA! Voor nu hou ik even op bitter te brallen over mijn ballen en geef je het recept:
Ingrediënten voor zes brallen:
– 2 eetlepels lijnzaadjes
– 250 gram uitgelekte malse velders/jonge kapucijners uit een pot
– 1 klein rood (rawit) pepertje in stukjes
– teen knoflook in stukjes
– 1 ui in snippers
– 60 gram peen, julienne geraspt
– 1 theelepel zout
– flinke snuffen mosterdzaad, gedroogde dille en geraspte nootmuskaat
Ingrediënten voor het krokante laagje om de brallen heen:
– 2 eetlepels bloem
– twee (volkoren) knäckebrödjes, helemaal verkruimeld
– 2 eetlepels edelgistvlokken
– zout
– gemalen mosterdzaad
– geraspte nootmuskaat
Bereidingswijze:
1. Ik week de lijnzaadjes in water, twee eetlepels zaad in vijf eetlepels water, een minuut of tien, tot het zaad het water heeft opgenomen.
2. Ik vul de buik van mijn keukenmachine met het gezwollen zaad, de malse velders, het pepertje, de sliertjes peen, de ui, knoflook, het zout en alle kruidenpoedertjes. En dan laat ik de messen van de machine draaien totdat er een balrolbare substantie ontstaat.
3. Daar rol ik weer zes ballen van.
4. In een diep bord meng ik twee eetlepels bloem met zeven eetlepels water en wat zout tot een kledderig vloeiseltje.
5. In een tweede diep bord roer ik knäckekruimels, edelgistvlokken, zout, mosterdzaad en nootmuskaat door elkaar.
6. De ballen plonsen door de bloempap en bekledderd hupsen ze in het bord vol kruimels. Ze rollen zichzelf een jasje van knäckekruimels aan en als ze allemaal aan de beurt geweest zijn, verhit ik flink wat zonnebloemolie in een ruime bakpan.
7. De ballen gaan in de pan. Het vuur blijft hoog. Ik blijf erbij, keer de ballen met behulp van een spatel en een vork om en om en om en om zodat het hele oppervlak van alle ballen bruin kleurt en krokant oogt.
8. Nou en dan is het brallen geblazen. Ik bedoel, opscheppen maar! Met mosterd erbij, of plantaardige mayonaise, ketchup, wat je smaak maar is. Ik eet ze met een wortelslaatje, een avocado-tomaat-basilicumsalade en een malse veldertjes-paprika-pinda-salade.
Update: ik heb ze ook een formaatje kleiner gemaakt, inmiddels en al lang weer, en zo geserveerd:
Ik wil niet brallen, maar inderdaad, net bitterballen, alleen iets meer exquise, wanneer je die snackbarsauzen buiten beschouwing laat of ze ook als exquise opvat. Overigens gebruikte ik bij de kleine bralletjes broodkruim in plaats van knäckekruimels en deed ik ook nog wat edelgistvlokken door het brallenvulsel.
Doei!