De boerenkool op met couscous en zoetnotige sperzieboontjes

Hoi! Ik dop en was 500 gram sperzieboontjes. Weet je dat ook weer. Doei! Grapje. Hoi! Ik dop en was die boontjes dus. Doppen, mh, is het niet veel eerder ontdoppen? Ik pak het etymologisch woordenboek erbij. Niks. Doppen staat er niet in. Ik pak een ander etymologisch woordenboek. Weer niets. In het Vreemdewoordenboek komt “dopplereffect” het dichtst in de buurt. Oké, dan maar het wereldwijde web raadplegen, wacht.

Doppen (pellen): doppen ww. ‘van dop ontdoen’. Mnl. eyer … ghedopt ‘eieren gedopt’ [1400-50; MNW]; vnnl. doppen ‘van de dop ontdoen’ [1540; WNT]. Afleiding van dop. (Bron: etymologiebank.nl)

Ja mooi, dat verklaart helemaal niks. Goed ik heb mijn boontjes gedopt. Ik dop mijn boontjes wel vaker. Mijn man dopt ze ook wel eens, mijn boontjes, ik hou daarvan, zo’n kerel die mijn boontjes dopt. De bonen gaan in water op het vuur, 5 minuten koken. Ook breng ik 250 gram gewassen en gesneden boerenkool in ruim water met een half bouillonblokje erin aan de kook. De kool mag twintig minuten koken.

Snijd ik ondertussen ui, knoflook, peper, vijgen en oesterzwammen in kleine stukjes. “Ondertussen”, prachtig woord, “ondertussen”. Ergens onder, én ook tussen. Ja. Mooi ook dat het niet alleen een bijwoord, maar ook nog eens een tussenwerpsel is. Ondertussenwerpsel.

Oh ik zet de oven op max, je weet nooit tenslotte.

Ik giet de gedopte boontjes bedreven af. Ze mengen lekker met twee eetlepels olijfolie, een eetlepel dadelstroop en twee eetlepels amandelschaafsel. Ik verdeel de gemarineerde bonen over een met bakpapier beklede ovenplaat en schuif ze in de oven.

Ik ben ondertussenwerpsel nog steeds al die dingen aan het snijden trouwens, al doet die tweede foto anders vermoeden. Mijn snijplank is eigenlijk een kristallen bol, daarom weet ik dat nu al van die tweede foto. Ja, klaar met snijden, “klik!”, foto. Oh, ik zie in mijn snijplank dat de ui niet op de foto zal staan. Excuses daarvoor.   Ik draai de oventemperatuur terug naar 200 graden en husselfussel de bonen wat door elkaar. Dat is na zo’n zeven minuten oventijd ongeveer. De boerenkool haal ik uit het water. Met een vergiet doe ik dat. Nou ja oké ik stort de kool in een vergiet. Het vocht vang ik op in de pan waarin ik de boontjes met olie, stroop en schaafsel heb gemengd. Warm houden dat vocht.

Een scheut olijfolie wordt heet in een wok en de ui, knoflook en peper gaan samen fruiten. Fruiten is een werkwoord, net als leven, huwelijk en taart.   Ik zet de oven weer wat lager, 180 graden, en schep de bonen om en om.

De vijgenstukjes gaan in de wok erbij, alsook grote snuffen kurkuma, komijn en kaneel naar smaak. Bakken, bakken en bakken die hap. Boerenkool erbij en ook nog even opbakken, niet te lang, niet te hard.

Ik roer onderwijlselwerpseltussendoorensteinhoven 250 gram couscous door 250 milliliter van het warm gehouden boontjesvocht, wacht even twee minuten, mix er twee eetlepels sojaboter doorheen en warm het nog even op.

De boontjes bestrooid met peper en zout gaan uit de oven in een schaaltje. Boerenkooloesterzwammenvijgendis en couscous krijgen ook elk apart hun eigen schaaltje en de tafel wordt gedekt. We kunnen eten en het smaakt. Dat zegt mijn snijplank althans. Update: mijn man en ik zeggen het ook.

Tweede update: We aten frambozensorbetijs tussen twee tarwebiscuitjes als toetje. En dat een paar keer. Of veel keer. Wat je wil.

Doei!  

Ingrediënten voor twee: – 250 gram boerenkool – 500 gram sperziebonen – 1 half bouillonblokje, plantaardig – 50 gram oesterzwammen – 1 ui – 1 teen knoflook – 1 stukje verse peper – 4 gedroogde vijgen – olijfolie – dadelstroop (of andere stroop) – amandelschaafsel – kurkuma – komijn – kaneel – zout – peper  

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven