Hoi! Kijk eens wat een stilleventje ik op mijn aanrecht heb gelegd:
Ik zie er broodbeleg in. Mijn bonenworst (klik hier) en pofrikarijnknofpasta (klik hier) zijn al weer op en mijn vegane smeerkaas (klik hier) zal ik straks ook aanvullen. Maar eerst maak ik nog iets nieuws met wat ik nog in de keukenkastjes vond. Paprika, 4 vijgjes, 5 dadels, teen knoflook, uitje en een halfje limoen dus. De groene paprika heeft zijn dag niet zo trouwens, ik snijd ‘m maar helemaal in hele kleine stukjes dan.
Blijkbaar is het besmettelijk want nu wil de rest ook in kleine partekelkes. Vooruit!
Natuurlijk kon ik het weer niet laten om er een klein kontje verse rode peper bij te snijden.
Ik zet een klein koekepanneke op een keramisch kookplaatje. Dat plaatje zet ik aan. Ik laat wat kokosolie smelten en heet worden. Je kunt ook andere olie gebruiken. Ik ga het ook niet meer zeggen trouwens. Je kunt zo ongeveer voor alle ingrediƫnten die ik gebruik overal en altijd andere varianten gebruiken, dat weet jij, dat weet ik, laat je inspireren op de manier die jij wil en doe gewoon lekker lekker je ding ding. De uitjessnippers gaan erin en ik bak ze tot mijn ogen niet meer prikken. En dan doe ik eigenlijk al gauw de rest erbij.
Knof, peper, papri, vijg, dadel en limoen,
ik moet hier iets mee doen.
Dit rijmpje heeft een beat,
zing mee dit chutneylied.
Sorry. Maar het was wel de volgorde waarin ik een en ander in het pannetje keilde. En ik roerde, roerde en roerde terwijl ik bakte bakte en bakte. Ik deed er nog een scheut appelazijn door, dat kan dus ook andere azijn… HOU OP! En een kneep agavesiroop, dat kan dus ook een andere zoetmaker…KAPPEN NOU!
En toen had ik een chutney. Nee, wacht, voordat snobistische keukenchauvinisten zichzelf inwendig opvreten door mijn verkeerd gebruik van een kookterm zoek ik even op wat een chutney is (klik hier). Ach, niet helemaal, maar ik begrijp mijn associatie wel. Ik noem het wel een schepseltje. Het is namelijk echt een materietje dat je op een toastje of een crackertje schept, en niet zozeer smeert.
Wow, dat verkleinwoord in de eerste zin van dit blogpostje zette blijkbaar de toon. Maar ja, ik ben een meisje, en meisjes gebruiken nu eenmaal altijd veel verkleinwoordjes!
Doei!