Een Twents stoofschoteltje met invloeden uit de zuid-oostelijke mijnstreek en een hintje Azië

Hoi! Met deur in huis vallend gooi ik ingrediënten op aanrecht en begin.

– 450 gram voorgekookte aardappelblokjes
– 400 gram oosterse wokgroenten
– tamarinde
– verse laos
– teen knoflook
– citroengras
– verse cayennepeper
– 125 gram gesneden kastanjechampignons
– stukje kokoscrème
– zonnebloemolie
– sojasaus
– pindakaas
– 1 klein blikje tomatenpuree
– zout

Tamarinde, laos, knoflook, citroengras, cayennepeper en kokokscrème pureer ik met een scheut zonnebloemolie zo fijn mogelijk.

Ik doe dat met een staafmixer. Kijk voor een kwantiteitsindicatie van de bestanddelen naar de foto’s. Dat doe ik niet. Want ik heb nog geen foto’s. Ik doe maar wat, dat kan dus ook. Ik mix staaf. Dan haal ik de staaf van de motor en friemel het goedje tussen de messen uit. Met een vinger. Een schone. Vinger bedoel ik. Dat proces herhaal ik zo een paar keer. Uiteindelijk ben ik het zat, haal de te grof gebleven stukken citroengras ertussenuit een noem het een, een wat eigenlijk? Mag ik dit een boemboe noemen? Ik zoek het even op, wacht.

Ja, mag.

Boemboemboemboe. We eten weer geen koe.

De stamper van mijn vijzel is trouwens kapot, anders had ik de boemboe wel daarmee gewreven. Ik hou niet van dat gevinger met een staafmixer. En sommige dingen zeggen meer over jou dan over mij.

Goed. Ik ga verder met deze eenpansstoof. Ik verhit een flinke geul zonnebloemolie in een braadpan. Daar gaat de boemboe in. Die wordt flink verhit en rondgeroerd over de panbodem.

Dan tos ik de aardappelblokjes erbij, hoppakee, lekker laten zwieren door de boemboe.

  Minuut of vijf? Misschien. Geen idee. Ik sta er bij en ik kijk er naar en ik zie wanneer het goed is. Nu dus. De groentes en champignons gaan er ook bij en bakken een paar minuutjes, vermoed ik, vrolijk in de rondte. Ik doe er nog wat extra olie bij, het wordt iets te droog en ik moet niet hebben dat het gaat aanbranden.    

Na weer een tijdje in de pan staren en draaien kletter ik er flink wat gulpjes sojasaus bij.

Ik giet 350 milliliter heet water uit de koker in de maatbeker waarin ik de boemboemboemboe maakte en meng dit met de achtergebleven resten van het spulletje. Dit geheel giet ik weer in de pan.

Aan de kook gaat het en ik laat het even hard pruttelen. Ik proef. Er mag wel wat pindakaas door.

Weer wat gepruttel later doe ik er een klein blikje tomatenpuree bij. En ik brokkel een stukje kruidkoek door de stoof.

Al met al laat ik de boel misschien zo’n 25 minuten borrelen. Of iets meer of iets minder. Ik proef gewoon af en toe of een aardappeleenheidje al lekker gaar is en ja, dat is er één nu! Ik ga ervan uit dat de andere blokjes ook smikkelbaar zijn, strooi wat zout in alle hoeken en schep een bordje vol. Een kom eigenlijk.

Ik heb weliswaar voor twee gekookt maar mijn man eet pas later, als ik al weer weg ben.   Update.  Mijn man heeft lekker gesmuld en wil nog wel meer maar ja, alles is op. Op zijn vraag wat het nu eigenlijk voor gerecht is antwoord ik met ‘een stoofpannetje’. Mijn man is verbaasd dat ie de smaken niet helemaal kan thuisbrengen. Dat komt omdat ik niet eerder met tamarinde kookte denk ik. En laos en citroengras heb ik ook zelden in huis. Een Twents stoofschoteltje met invloeden uit de zuid-oostelijke mijnstreek en een hintje Azië noem ik het maar.   Doei!      

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven