Groene lenterisotto van asperziebonen en voorjaarsnoten
Hoi! Voor een knapperfrisse en knisper groene lenterisotto, volg onmiddellijk dit recept.
De ingrediënten voor twee lenteklokjes:
Groene lenterisotto
– genoeg risottorijst, ik had zo’n 250 gram
– genoeg water gekookt in bijvoorbeeld een waterkoker, ik had 1 en een kwart liter
– 500 gram sperziebonen, gedopt, gewassen en heel even gekookt, geblancheerd heet dat chic
– een verpakkinkje groene aspergetips, de onderkantjes van de steeltjes afgesneden en gewassen
– handvol gemengde noten, in grove stukjes gehakt
– 1 ui met een snipperdag
– teen knoflook met een snipperdagje
– een gloep pils
– 1 bouillonblokje of meer naar eigen goeddunken en goede smaak
– 3 bosuitjes in kleine ringetjes
– flink veel blaadjes basilicum, in stukjes gesneden of hip gescheurd
– een scheut citroensap
– olijfolie
– zeezout
– zwarte peper uit een molen
Bereidingswijze groene lenterisotto:
1. Verhit wat olijfolie in de pan waarin je normaal gesproken je risotto’s maakt. Dat is best apart dat ik dit zeg want ik maak in wel drie verschillende pannen normaal gesproken mijn risotto’s. Ik hoop maar dat je weet wat je doet dus.
2. Groente of fruit de ui en de knoflook lekker glazig. Glazig.
Dus totdat ze lijken op glas. Dat is eigenlijk nooit hè? Hoop ik. Als ogen glazig zijn heeft glazig wel de betekenis van wezenloos. Als je dus het vermoeden hebt dat ingrediënten in je pan je niet meer echt aankijken maar dwars door je heen staren, dan zijn ze dus glazig geworden.
3. Voeg dan de risottorijst toe en zorg er al scheppend en roerend in die pan die je normaal gesproken gebruikt om je risotto’s te maken voor dat iedere rijstkorrel in aanraking is geweest met de olijfolie. Tot de korrels glazig zijn dus.
BHV
4. Dan komt dat ogenblik waarmee ik zorg dat mijn bedrijfshulpverlenende skills op peil blijven: het blusmoment. Vandaag gebruik ik pils. Ik trek mijn neongele BHV-hesje aan. Sissssssss wat klinkt dat mooi: ik klok een gloep Hertog Jan bier over de witte korreltjes in de pan en er ontstaat een prachtig bierriviertje in een van die pannen waarin ik dus normaal gesproken mijn risotto’s maak.
5. Een bouillonblokje erover heen verkruimelen later giet ik er gelijk een eerste dosis water die net van de kook af is uit de waterkoker overheen.
6. Maak de risotto verder af zoals je dat gewend bent te doen normaal gesproken in die pan die je normaal gesproken gebruikt om je risotto’s in te bereiden.
Een geurige noot
7. Verhit op een andere pit een andere pan.
Toevallig is dat bij mij een van die andere pannen waarin ik normaal gesproken ook regelmatig mijn risotto’s maak.
8. Als de panbodem lekker heet is werp ik er de gehakte notenmix in. Die laat ik even lekker roosteren, tot ik de noten goed begin te ruiken in mijn keukentje.
9. Dan krinkel ik er flink wat olijfolie bij.
10. Als die olie ook heet is dan gaan de sperziebonen en aspergetips in de pan. Die ‘wok’ ik even heftig op hoog vuur, waarna ik de temperatuur terugbreng naar warmhoudwarmte.
De risotto behoeft ook nog wat aandacht dus daar zet ik me nu weer even voor in.
Risotto lekker? Korrels niet te hard? Lekkere zachte en tegelijkertijd stevige rijstrakkers? Met een goede beet? Dat je na een hap proeven denkt, ja, daar kan ik mee aankomen? Mooi.
11. Strooi er nog maar flink wat zeezout en zwarte peper overheen, uit de molen wellicht, ik wel in ieder geval, uit twee molens zelfs.
12. Door de bonen en de aspergebovenkantjes scheut ik nog wat citroensap en ik meng het nog even goed door.
13. Oh en ik maal ook hier nog wat peper en zout doorheen.
14. Dan laat ik bonen, asperges en nootjes in die pan zakken waarin ik vrij regelmatig maar niet iedere keer mijn risotto’s maak vanuit die andere pan waarin ik vrij regelmatig maar niet vandaag mijn risotto’s maak. Ik roer de boel goed door elkaar totdat het een mooie groene knisperknapperfrisse eenheid vormt.
15. De bosuiringetjes en basilicumflinters strooi ik over het geheel en kijk eens aan, de lente is daar!
Doei!