Hoi! Geïnspireerd door katten die vanochtend vochten in de sneeuw maak ik nu soep.
300 gram pastinaak en
500 gram aardappels, geschild en in stukkies gesneden door mijn vakantievriendje
1 ui, in stukken ook, door mijzelf gesneden
1 teen van knoflook, fijngehakt
1 verkruimeld gedroogd pepertje
2 bouillonblokjes (plantaardig, ik heb die van Zonnatura)
29 amandelen
2 tomaten
1 halve komkommer
wat verlepte blaadjes basilicum
12 knoflookolijven
balsamicoazijn
olijfolie
agavesiroop
koek- en speculaaskruiden
kurkuma
kruidnagel
peper
zout
optioneel: soepstengels
Soeppan wordt heet op een elektrisch pitje. Een eetlepel olijfolie gaat in die pan. Dan springen de uisnippers erin, gevolgd door knoflookstukkies en peperkrummels. Ze worden 2 minuutjes opgezweept en dan streaken de pastinaakten en aardappelen gezamelijk door het panveld. Drie minuten lang wordt het getolereerd. Maar dan stort een liter kokend water zich in de strijdpan. Aan de kook gaat het water, met twee bouillonblokjes. Om zachte fluweligheden maar ook kattige pit op te roepen snuffen er ook wat speculaaskruiden, kurkuma en extra kruidnagel door de soep to be. Deksel gaat op de pan. Geen omkijken naar. Het klimaat is om de een of andere reden niet zo goed voor basilicum vandaag.
Daarom gaan de verlepte gewassen basilicumblaadjes een verbond aan met een eetlepel olijfolie, een eetlepel witte balsamicoazijn en een eetlepel agavesiroop. Zout en zwarte peper worden automatisch aangetrokken door dit soort allianties dus daar hoeft niemand naar om te kijken.
Oh, trouwens, die soep heeft inmiddels zo’n minuut of zesentwintig de lakens uitgedeeld op dat elektrische tweepitsfornuis en de naaktlopers hebben hun lesje wel geleerd nu. Soep is soep. Tomaten en komkommer voelen zich geroepen om in de basilicumdressing te plonzen. Oh, de knoflookolijven die gisteren op de reservebank terechtkwamen ook! Dat zijn er elf. Het waren er twaalf maar ik stak er net een in mijn mond.
Zo. 29 amandelen laten zich roosteren. Ik hoop dat ze op katten lijken. In ieder geval knapperen ze zo’n minuut of vier in een heet koekenpannetje om de vechtlust op te wekken.
Nou en dan gaan die amandelogende katachtigen dus in die soep. En dan heb je dus dit tafereel:
Ik zie daar met een beetje fantasie wel in de sneeuw vechtende katten in. Maar in mijn eigen soepbord kon ik de overeenkomst met de in de sneeuw vechtende poezebeesten nog beter onderscheiden:
Mijn mans fantasie heeft vooral vakantie deze dagen dus hij heeft gewoon lekker stevig soep geslurpt is is vooral tevreden.
Doei!