Kleurige Chinese risotto met pindakaas als mantecatura en knisperige rijstpapierchips.

Hoi! Risotto! Voor twee. Ook al eet ik alleen. Alweer? Ja alweer. Gaat ie dan, Chinese risotto. Althans, mijn interpretatie. Ik weet geen snars van China, laten we wel wezen. Maar ik heb wel een Chinese roerbakmix groentepakket in huis en Chinees 5 kruiden poeder. Dus de risotto wordt zo Chinees als het maar kan in mijn keuken. Wees niet overstuur als je het compleet oneens bent met mijn recept.

Ingrediënten:

150 gram risottorijst
1 rode ui, gesnipperd
1 teen knoflook, fijngesneden
1 gedroogd pepertje, verkruimeld
1 stukje santen/kokoscrème
2 eetlepels pindakaas
flink wat Chinees 5 kruiden poeder (steranijs, kaneel, witte peper, venkelzaad, kruidnagelen)
3 eetlepels ketjap manis (Ja, is Indonesisch ja, ik heb niets anders meer in huis, jammer dan.)
3 eetlepels Chinese rijstazijn (Ik heb Japanse, maar omdat ik dit gerecht Chinese risotto noem lijkt mij Chinese rijstazijn beter op zijn plaats.)

250 gram Chinese roerbakmix
1 eetlepel sesamzaadjes
1 eetlepel sesamolie
1 portie pinda’s
knoflookpoeder

wat rijstpapier
1 kopje zonnebloemolie
sesamzaadjes

zout

Een liter water wordt in een waterkoker tot zijn kookpunt gebracht.  De geurloze kokosolie gaat in een hete pan en smelt. Ui, knoflook en peper klutsen er even doorheen. Flink wat 5 kruiden poeder stuift eroverheen. De rijst komt erbij en wordt omgeschept tot alle korrels de kokosolie geraakt hebben en glanzen van pret.   De drie eetlepels Chinese rijstazijn en een eetlepel ketjap manis blussen de hete baksels af. Er gaat een eerste flinke scheut heet water in de pan.    De rijst wordt geroerd, geroerd, bijbevochtigd met water, geroerd, genat, geroerd, in willekeurige volgorde en op gevoel en ervaring van de chef. Risotto blijft altijd bewegen in de pan, krijgt water wanneer dit nodig is en wordt zo nu en dan geproefd om de structuur van de rijstkorrels te toetsen.    150 gram rijst wordt over het algemeen zo’n drie kwartier tot een uur met veel geduld en concentratie beroerd, begoten en beproefd. Door mij dan. Met af en toe een uitstap naar een bijgerecht. Maar het blijft oppassen geblazen.

Tegen het einde van de risotto preparatie, als alles al bijna bij elkaar lijkt te komen qua smaken en substantie en er telkens minder water hoeft worden toegevoegd, stuiteren de sesamzaadjes enthousiast in een hete grillpan. De zaadjes rollen een paar keer om van het lachen en de sesamolie sluit zich aan.    De pinda’s komen de boel doorlichten en halen al snel de Chinese roerbakgroenten erbij. Ze gaan lekker hun gang in die pan. Niet te lang. Zo’n minuut of tien is ruim voldoende.    Knoflookpoeder en zout peppen de elkaar uitcheckende snuiters lekker op.

Bij de risotto laat zich onderwijl nog een eetlepel ketjap manis uitnodigen. Vergezeld van wat zout glijdt deze Indonesische sojasaus ongemerkt als een soort paard van Troje tussen de Chinese elementen. Arm in arm met de eetlepel ketjap die er al doorheen zat geeft deze hoeveelheid sojanat het rijstpannetje precies de zoute hartigheid die het zo graag uitstraalt.    Bij het laatste geultje water dat de pan in gaat wordt een klein stuk santen meegevoerd en door de rijst verspreid. De risotto wordt afgemaakt met twee eetlepels pindakaas. Pindakaas is de mantecatura van lisotto.

Wat resten kapot rijstpapier worden geweekt, in stukjes gescheurd en bestrooid met zout en sesamkorreltjes. Een dikbodemig pannetje zonnebloemolie wordt opgepord tot zeer hoge temperaturen. De rijstvelletjes duiken daar heel eventjes in. Chips!

Ha, we hebben risotto, we hebben knisperige, kleurige groentes met sesamzaadjes en pinda’s en we hebben rijstpapierchippies. We hebben een bord vol! En een mooi bord ook nog, kijk:  

En toe? Niet zo veel. Een koekolaatje met een mooie kop koffie zonder cafeïne maar met amandelmelk en rietsuiker. En nu wachten tot mijn man er weer in levende lijve is.

Doei!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven