Kweeperengelei, kweeperenjam, appelgelei en appelmoes

Hoi! Kicks voor niks! Ik hou ervan! Sinds niet al te lange tijd heb ik er een nieuwe top voor nop bij: fietsen zonder het stuur vast te houden. Ik beken. Ik voel me het opperhoofd van de stoerheid als ik in een zonnig jurkje, kras imposante hakken eronder, met de handen op mijn rug, van de rechterkant van een bospad even een zwierige zwalk naar links fiets om een slagboom te omzeilen en dan snel weer terug naar rechts zwiep zodat ik mijn tegenligger op tijd ontwijk. De man knikte me vol bewondering toe, uiteraard. Of was het bezorgdheid? Of de stoere jongen tegemoet fietsend op het tweebaans-fietspad, mijn vingers tussen stuur en borstkas in knippend op de maat van de muziek in mijn oren. Ha!

Goed goed, gezien mijn eerdere ervaringen met uitspraken in dit blog zal ik de komende tijd netjes met beide handen aan mijn stuur fietsen. Deze bekentenis is natuurlijk vragen om van mijn fiets te donderen met mijn hoofd languit op het plattelandse plaveisel. Liever niet. Overigens heb ik daar waar auto’s rijden altijd beide handen aan het fietsstuur. Eh, als ik op de fiets zit dan hè. Ik neem niet overal een fiets mee naar toe om daar waar auto’s rijden altijd maar een fietsstuur vast te kunnen grijpen. Dat vind zelfs ik een beetje aan de overdreven kant van het vervoersovertuigingsspectrum.

Maar hoe kwam ik ook al weer van fiets tot kweepeer? Aha! Niet! Maar woar he’k nou die kweeperen gelei? (Maar waar heb ik nu die kweeperen gelegd?) Ach daar zijn ze toch. Doar he’k geen kweeperengeleidenhond veur neudig.

Kijk, het zijn er zes, zoveel heb ik er geraapt. Daar krijg je geen kromme rug van. Samen met de kilo’s appels die ik erbij raapte kreeg ik er wel een zware fiets van waardoor ik mijn handen wel zeker aan het fietsstuur moest houden om het evenwicht goed te kunnen bewaren.Ha daar is ie wel, de link, van fiets tot kweepeer, ha! Na wassing en wegsnijding van rotte stukjes kweepeer hou ik er een schone 400 gram aan over. Ik zet alle stukjes net onder in een laag water in een pan, breng het water aan de kook en laat de kweeperen op een zacht vuurtje creperen tot ze uit elkaar vallen of nog langer. En daarna laat ik de pan ook nog eens een nacht rustig staan naweken zonder haar het vuur na aan de schenen te leggen. Ik zet haar die nacht dus naast het fornuis en het fornuis blijft uit. Voor zover mij bekend.

Een dag later. Ik kijk, ik proef, ik giet de perenstukjes in een zeef en vang het van kweepeersmaak (lekker!) doortrokken vocht op. Het is niet zo veel dus ik zet de stukjes peer in een nieuw laagje water op het vuur en kook dit ook nog eens een half uur om extra smaak en geleibasis te onttrekken. Weer giet ik af en vang ik het vocht op. Alle vocht, het nieuwe sap en de overnachtte sap, in totaal 100 milliliter, weinig hè, ja vind ik ook jammer, gaat in een schone pan en breng ik aan de kook samen met twee grote eetlepels plantaardige geleisuiker. Kweeperen hebben van zichzelf al veel pectine dus veel meer geleermiddel is niet echt nodig. Als je het zoeter wil hebben mag je extra geleisuiker toevoegen. Niet nodig!

Nou en na een minuutje hard koken lepel ik een drupje gelei op een koud blikje. Dat kun je ook doen  op een koud bordje dat voor dit doel in de koelkast is gezet maar daar heb ik niet aan gedacht dus mijn koude blikje 0.0 witbier komt goed van pas. Het drupje stolt snel dus de substantie is correct. Ik giet de gelei in een schattig glazen potje en wacht geduldig tot ie afkoelt.

Oh en van de kweeperenstukjes, het blijkt om 300 gram te gaan, maak ik een jam. Ik pureer de stukjes en breng ze al roerend aan de kook met vier grote eetlepels geleisuiker, laat dit alles weer een minuut koken en stort de jam in een glazen pot. Ook hier wacht ik weer geduldig op afkoeling.

En zo heb ik inmiddels al meerdere boterhammen met kweeperengelei en -jam gegeten en ook sojayoghurt met gepofte rijst, noten, gedroogde vruchtjes en kweeperengelei, alsook appelgelei en appelmoes.

Sojayoghurtgeleicombinatie in bed.

Huh? Appels, appelgelei, appelmoes? Ja, op de zelfde manier gebakkeleid als de kweeperengelei, maar dan met veel meer appels dan kweeperen, daardoor werd het ook veel meer gelei en velen malen meer appelmoes dan kweeperenjam. Van de vele stukgekookte appels kreeg ik zo’n driekwart liter sap (!) los, daar liet ik weer zo’n 300 gram geleisuiker op los en voilà, nogal wat potten appelgelei. Och, ik kookte ook wat kardemom, kruidnagel en kaneel mee trouwens, voor een herfstig tintje.

En de appelmoes? Een heel slank moesje mag ik wel zeggen. Ik gooide gewoon wat ontpitte dadels bij de stukjes appel zonder sap, liet de boel nog een minuut of wat koken en pureerde de kornuitigheden met een staafmixer.

Doei!

Ingrediënten
Voor de kweeperengelei:
– 400 gram kweeperen: het door koken onttrokken sap daarvan (100 milliliter)
– 2 grote eetlepels plantaardige geleisuiker
Voor de kweeperenjam:
– 300 gram doorgekookte kweepeerstukjes, overgebleven van de geleibereiding
– 4 grote eetlepels plantaardige geleisuiker
Voor de appelgelei:
– 2 kilogram appels: het door koken onttrokken sap daarvan (0,75 liter)
– 300 gram plantaardige geleisuiker
– kardemompoeder
– kaneelpoeder
– kruidnagelpoeder
Voor de appelmoes:
– 1 kilogram doorgekookte appelstukjes, overgebleven van de geleibereiding
– 7 ontpitte mazafatidadels

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven