Hoi! Even tussen de hapjes door wil ik kwijt dat ik ook nog wel eens gewoon even snel een maaltijdje in elkaar flans van de dingen die we nog in keukenkastjes kunnen terugvinden op bijvoorbeeld zo’n eerste paasdag waarop we erachter komen dat alle winkels natuurlijk gesloten zijn en we geen uitgebreide paasboodschappen hebben gedaan omdat we daar nu eenmaal niet zo heel erg mee bezig zijn geweest in de aanloop naar dit voor ‘plantaardige’ peoples beetje dubieuze feest van tegelijkertijd zoveel mogelijk eieren consumeren en dwepen met fluffy kuikentjes zonder benul van de tragiek die achter dat hele verhaal schuilgaat. Haha sorry, een licht cynisme brak even door alle liefdevolle barrières heen, ik zal erop letten. Hier volgt gewoon het recept voor een plantaardig praktisch paasmaaltje voor als je alleen de volgende bestanddelen in je huis kunt terugvinden:
– 1 zoete aardappel met de kaasschaaf in dunne plakjes geschaafd
– 1 ui in snippers
– 1 teen knoflook in snippers
– 1 stukje verse peper in snippers
– 1 gele paasprika in stukjes (paprika)
– 1 pot linzen, uitgelekt
– 1 pot maïs, uitgelekt
– 2 eetlepels sojayoghurt
– 1 half pak passata
– 1 plantaardig bouillonblokje
– 2 eetlepels pindakaas
– 1 theelepel pindakaas
– 1 pot maïs
– 2 trostomaten in stukjes gesneden
– zonnebloemolie
– knoflookpoeder
– 2 eetlepels sesamzaadjes
– kerrie
– kurkuma
– laos
– citroengras
– zwarte peper
– zout
Zwarte peper, zout en knoflookpoeder verstoppen zich als minuscule paaseitjes in een eetlepel zonnebloemolie. De schijfjes zoete aardappel dartelen vrolijk de olie in, op zoek naar de geïmproviseerde paaseieren. Eenmaal gevonden blijkt de verbinding tussen aardappel, olie en paaskruiden zo pas(s)end, dat ze besluiten samen in een lekker warme oven (200 graden) te gaan liggen opkrullen.
Tijd om een andere scheut zonnebloemolie te verhitten in een goede bakpan en daar dan weer wat piepkleine paassesamzaadjes in te laten rond dwarrelen. Snuffende kerrie-, kurkuma-, laos- en citroengrashaasjes vegen hun poederneusjes aan de bodem van de pan.
Gillend van pret storten ui, knoflook, peper en paprika zich in de genotsgeuren. Ze laten zich rondbakken en wentelen zich tevreden kneukelend in de smaakdeken.
De uitgelekte linzen kunnen niet langer wachten en springen in de pret. Ook zij zingen een tijdje mee in de pan, in afwachting van de echte superstar van deze paasmusical.
Jee zeg, die superster die wil nog steeds niet opkomen, het decor is nog niet bijzonder genoeg, dat heb je hè, met zo’n peanuts curry, eerst nog wat paassata erbij gekukeld dan maar.
Nog niet goed genoeg? Tsss, sterallures. Oké, blokje bouillon verkruimelen en vermengen met alle achtergrondsmaakkoren en smaakballetten dan maar.
En ja hoor, daar is ie wel, meneer Twee Eetlepels Pindapaas die zijn naam geeft aan dit simpele edoch knalsmakerige gerecht. Doorroeren en aanwarmen is het devies. Laten pruttelen tijdens de rest van de paaskookactiviteiten, peanuts dus.
Voor het paashaastslaatje toss ik tomaat en maïs door elkaar en maak ik een slasausje van sojayoghurt, een theelepel pindakaas, zout, peper, knoflookpoeder, cayennepeper en kurkuma.
Die zoete aardappelkuikentjes in de oven heb ik in de tussentijd heus wel in de gaten gehouden trouwens. Toen ze hun randjes een tijdje terug helemaal hadden opgekruld heb ik ze stuk voor stuk omgedraaid. Nu blijken al hun beider kantjes gaar en klaar te zijn. Als uit de dood herrezen shinen ze de oven uit een schaaltje in.
Met pijn en moeite, veel gezeur en geklaag: van “Je hebt je er wel heel gemakkelijk vanaf gemaakt” tot “nee niet dat schaaltje ik ben beter dan dat” en “noem je dit een stijlvolle entourage voor een superstar?” krijg ik de pindakaas uiteindelijk zover dat ik hem en zijn hofhouding in een schaal op tafel mag zeggen. Hè hè, de paasmaaltijd is klaar, op naar de woonboulevard!
Doei!