Pittige Pofrikarijnknofpasta. Naar eigen wens van de ingrediënten.

Hoi! Drie paprika’s  en twee tenen knoflook stappen samen in een oven die zichzelf heeft opgewarmd tot 160 graden Celsius. “Klimaatje hè”, zegt de groene paprika tegen de rode. “Nou”, zegt de gele paprika, “je zou er zowat van uit elkaar ploffen!” De twee tenen knoflook kijken elkaar met opgetrokken wenkbrauwen aan en rollen in hun natuurlijke foetushouding een hoekje in.   “Foei!” roept de rode paprika na zo’n zestig minuten. “Laat ons er nu maar uit!” Gelukkig hoor ik hem piepen en ik beëindig het hete uitstapje van het vijftal. Het werd ook tijd, de rode rakker had een punt:  

“Nou jongens, wat willen jullie worden, later als je groot bent?” vraag ik ze vriendelijk. “Soep!” roept de gele paprika. “Nee, spaghettisaus!” roept de groene. “Pesto graag!” roept het knoflookduo in koor. De rode paprika maakt het niet zoveel uit. “I always go with the flow” zegt hij swingend.   “Aha!” zeg ik, “dan weet ik het goed gemaakt. Ik maak van jullie vijven samen met vers Rozemarijntje hier en fris Oppeppertje daar een Pittige Pofrikarijnknofpasta. Die kan op brood, op toost, door spaghettisaus, als pestobasis en wat dies meer zij! (Wie is Dies Meer eigenlijk en waarom zegt ze altijd zoveel?)   Verwachtingsvol kijken Paprika Geel en Groen naar meneer Rood. Go with the flow ja ja, hij is gewoon de baas. Rood knikt instemmend. Geel en Groen maken een luchtsprongetje en slaken een blijde vreugdekreet. “Joechei! We worden Pittige Pofrikarijnknofpasta!”    De knolvormige knoflookspruitjes zijn wat moeilijker te overtuigen. Ze hebben het niet zo op die blaaskakerige rode paprika met zijn Engelse swingwoorden. Ze wandelen wat afwachtender en argwanend de oven uit. 

Dan stel ik het clubje voor aan Rozemarijntje en Oppeppertje. Gelukkig, Knoffie en Lookje zijn gelijk in love. Dat zit wel snor!  

Ik trek de stopjes uit de paprika en schud hun buikjes leeg (daar zit allemaal vocht in nog, laat eruit lopen). Ik trek de schilletjes van de knoflookteentjes en ris de rozemarijnnaaldjes van hun takje. Alles, inclusief de peper, gaat in een bak. “Hop! Daar gaan jullie hoor!”

Een hoop gegiechel, gekir en geknuffel als ik de staafmixer erop zet. Ik mix vrij lang. Ik wil die paprikavelletjes en rozemarijnnaaldjes goed fijn hebben. Je zou de hele kwak ook even door een zeef kunnen halen maar daar begin ik niet aan. Lui.    Ik heb het ze niet van te voren verteld maar ik was van begin af aan al van plan broodbeleg van ze te maken. Dat heb ik het meeste nodig nu. Dus ik gooi er nog een flinke hand cashewnoten doorheen als alles al heel fijn is gemalen en pureer nogmaals tot het een zo glad mogelijk goedje is geworden. Een hele theelepel zout gaat er ook nog in trouwens. En dan is het klaar. Ik smeer een matze met de pasta en vraag of het zo naar wens is. Ik krijg een knipoog terug.  

Overigens smaken die blaadjes verse munt die je hier op die matze ziet liggen verrassend lekker samen met de Pittige Pofrikarijnknofpasta. Probeer het ook! Of pureer verse munt mee! Of iets anders! Voor zo’n receptje als dit geldt natuurlijk weer dat er oneindig veel varianten te bedenken zijn. Nou maak ik gelukkig heel vaak broodbeleg, dus wordt vervolgd!  

Doei!

Ingrediënten:
1 rode, 1 gele, 1 groene paprika
2 tenen knoflook
1 takje verse rozemarijn
1 klein stukje verse peper
1 hand vol cashewnoten
1 theelepel zout
verse munt als optie

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven