Slank vijftiger jaren bonenschoteltje

Hoi! Toe aan makkelijk, slank en gezond? Sms “Dorien aan” naar 0900-et cetera voor een eenpersoon eenpansgerechtje waarmee je later op de avond ook nog een zak chips kunt leegbatsen. Of je doet dat niet, dat batsen. Dan ben je in één klap makkelijk, slank en gezond! Aan jou de keus.

Ik heb die zak chips voor het eten al leeggeslobberd dus ik ben nú al makkelijk, slank en gezond, oh wacht nee, ach jawel, mijn wereld, bam. Daar gaan we, lichtvoetig de keuken in, gewapend met:

– 150 gram haricots verts
– 10 mini trostomaatjes/cherrytomaatjes
– 1 half bakje olijven met knoflook (ca. 80 gram)
– 1 handje vol pijnboompitten
– 1 hand verse peterselie
– 1 klein stukje verse peper
– 1 eetlepel edelgistvlokken
– 1 eetlepel amandelmeel
– olijfolie
– nootmuskaat
– knoflookpoeder
– peper
– zout

Ik hou van knapperig fris, dat de boontjes echt “knak” zeggen als je erin bijt en dat ik dan antwoord met “knak zelf” en dat ze dat vervolgens ook echt doen, ja wauw dat is zeg maar echt mijn ding ja. Dus ik kook de petticoats verts niet voor en ik blancheer ze ook niet. Maar dat mag je dus gerust wel doen als je wat zachtere boontjes wil hebben om in te bijten.

Ik was de petticoats en knip de zoompjes aan boven en onderkant eraf, was de rode pomponstomaatjes, snijd het pepercapeje fijn en verhit een flinke scheut olijfolie in een bakpan. Het capeje gaat voorop de pan in. De petticoats zwieren erachteraan en samen dollen en dansen ze door de hete olijfolie. Ik laat ze een minuut of tien zo doordraaien zodat ik edelgistvlokjes, amandelmeeltje, wat nootmuskaat, knoflookpoeder, zout en een scheutje olijfolie tot een kaasachtig toppinghoedje kan wervelen. Met een vork in een bakje kan dat gewoon. Ondertussen houd ik de pan wel in de gaten en schep ik de petticoats en capejes om en om.

Het hoedje is af en zet ik opzij. Ik rol de olijven- met-knoflookoorbellen in de pan erbij (het gaat om zo’n bakje waar olijven en hele tenen knoflook in zitten). De pomponstomaatjes gaan erachteraan en ik zweep de outfitjes nog even flink op.

Ik verhit wel ook nog een ander, heel klein koekenpannetje en knikker daar de pijnboompitten in om ze te roosteren. Tegen de tijd dat die klaar zijn, is de jaren vijftig modeshow in mijn andere pan ook wel gaar van het zweven en fuiven. Peper en zout erover, uit de pan in een kom ermee, de verse peterselie erdoor en boem, de pijnboompitten erop. Pijn boem spit, zoals mijn man op het zakje waar de pitjes in zaten schreef zodat ie niet iedere keer in het zakje zou kijken om te zien wat er in zat.

De petticoats met hun capejes, pomponnetjes en oorbelletjes kunnen niet meer zwieren nu. Ze hebben spit. Als troost zet ik ze mijn hoedje op.

Doei!

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven