Hoi! Ik heb dit allemaal uitgekozen om nu mee te gaan koken:
Die venkel moet op, dille doet me altijd aan venkelhaar denken, de paksoi kleurt er aardig bij en de kikkererwten verstevigen de boel wel wat denk ik zo. En die drie pitabroodjes die ik in de koelkast vond zag ik voor mijn geestesoog al in een soort minipizza-achtigen veranderen voor bij de venkelsoep met paksoi en kikkererwtencroutons. Daar heb je het al, een plan. Dan ook maar een to use lijst: Voor twee soepslurpers:
1 knol venkel
1 stronk paksoi
1 lenteui
1 blik kikkererwten
1 teen knoflook
1 stukje verse peper
3 pitabroodjes
2 plantaardige bouillonblokjes
geurloze kokosolie
olijfolie
citroensap
amandelmeel
edelgistvlokken
dille (gedroogd, uit een potje)
knoflookpoeder
peper
zout Ja typisch. Heb ik eens een plan, gooit het universum het direct om. Van de venkel blijken alleen de stengels, de kern en de dilleachtige blaadjes bruikbaar. Kijk, dit:
Dus het wordt venkelpaksoisoep met kikkererwtencroutons. Nauwelijks verschil zou je denken. En nu ik er bij stil sta klopt dat ook eigenlijk wel. Beschouw de vorige alinea dan ook maar als ongeschreven. Of ongelezen. Beide opties zijn onwaar. De venkel en het witte van de paksoi zonder het blad snij ik in stukjes en was ik goed. Bewaar het blad wel. Knoflookteen en peperstukje gaan in stukken en een pan gaat op een pitje. De gevulde waterkoker gaat ook aan. De oven ook, op 200 graden. Wat olijfolie gaat in de soeppan en knoffie en peppie duiken erin. Klein beetje van de hilbillydilly (dille) bak ik wat aan en dan ook even, minuutje of vijf, op niet te hoog vuur, de stukjes paksoi en venkel. Afblussen doe ik nu met zo’n twee eetlepels citroensap en ik verkruimel er twee bouillonblokjes overheen. Ik giet er één en een kwart liter kokend water bij en laat de aanstaande soep zachtjes pruttelen.
Onderwijl giet ik de kikkers af, spoel ze af en lek ze uit. Ik meng ze met een eetlepel olijfolie, stevige snuffen knoflookpoeder en dille en peper en zout. Een grillpan gaat op het vuur en kikkererwtencroutons worden straks gesmeed als het ijzer heet is. Wacht even hoor, ik laat het weten als de erwten in de pan gaan. Eerst snij ik alle pitabroodjes doormidden. En dan bedoel ik zo:
En nú gaan de kikkers gillen in de pan. Een minuut of vijf op hoog vuur, ik schud de pan af en toe, waarop de erwten koprolletjes maken. Ik zou ook weer eens een koprol moeten maken trouwens. Ik zet nu het vuur op warmhoudstand. Warmhandstand. Een handstand heb ik ook al jaren niet gemaakt.
Een eetlepel kokosolie, een eetlepel amandelmeel, twee eetlepels edelgistvlokken, knoflookpoeder en dille plus een halve theelepel zout roer ik tot een hartig pizzabelegje. De kokosolie was al zacht, het is warm weer. Anders moet je hem even een beetje smelten au bain marie of in een magnetron of zo. Ik bestrijk alle pitahelftjes met olijfolie en strooi een beetje met knoflookpoeder. Ik hou heel erg veel van knoflookpoeder ja. Ook van mijn man. Maar ook van knoflookpoeder. Ik smeer het hartige gistbeleg uit over de pizzaatjes. Om binnen het thema te blijven strooi ik ook weer met wat dille. Kijk, dit ziet er toch gewoon uit alsof er een of andere gore stinkkaas op de pitaatjes ligt? Net echt.
Ik snij de paksoibladeren fijn en was ze goed. Dan staafmixer ik de soep glad, gooi de fijngehakte bladeren erbij, zet de pan op het laagste vuur, leg de pizzaatjes in de oven, snij de lenteui in ringetjes en was deze. Nu doe ik even vijf minuten niks.
En nu draai ik het vuur uit, kletter de croutonerwtenkikkers bij de soep alsook de lenteuiringetjes en haal ik de pitaatjes uit de oven. Mijn man dekt de tafel. En here we go.
Oeh, lekker ja! Doei!