Hoi! Een interview met twee vrolijke vakantiekoks in een huisje in een bos!
– Voor hoeveel personen koken jullie?
– Voor zes personen, specifieker koken we voor vier volwassenen en twee kinderen. Nog specifieker koken we voor vier volwassenen van in de dertig en voor twee meisjes: één van drie en één van zes. Voor zes personen zouden we heel algemeen koken maar in dit geval kiezen we er voor om heel specifiek te koken. De leeftijden van de volwassenen zijn dan ook 36, nog net 36, nog net 37 en nog net 39.
Welke ingrediënten gebruiken jullie?
– 1 prei
– 2,5 teen knoflook
– 1 ui
– 1 groene paprika
– 1 courgette
– 4 grote kastanjechampignons
– 3 tomaten
– 1 half pakje passata
– 1 blik kikkererwten
– komijn
– cayennepeper
– kruidnagel
– nootmuskaat
– knoflookpoeder
– 1 stukje verse peper
– zout
– 1 theelepel bospaddenstoelenbouillon
– olijfolie
– wat olie uit een potje zongedroogde tomaatjes
– 1 pak spaghetti
– een restje van een pak macaroni maar dat bleek niet echt nodig maar in het kader van specificisme noemen we het toch maar
– 1 bak rucolablaadjes
– 1 bak cherrytomaatjes
– 1 komkommer
– groene olijven
– balsamicoazijn
– edelgistvlokken
– vegane parmezaanse kaas
– vegane geraspte jong belegen kaas
– Waar hebben jullie die plantaardige versies van kazen en die edelgistvlokken vandaan?
– Ja die heeft een van de andere volwassenen, specifiek die van nog net 39, meegenomen. Wij geloven dat ze die parmezaan en raspkaas bij een Duitse supermarkt gehaald heeft en die edelgistvlokken bij een Nederlandse natuurvoedingswinkel. Deze drie producten staan straks op tafel met de bedoeling ze over de pasta met saus te strooien.
– Wat snijden jullie en hoe?
– Wij snijden de prei in ringen, de knoflook en peper in hele fijne flinters, de ui in snippers, de courgette, paprika en komkommer in blokjes, de champignons en tomaten in stukjes en de cherrytomaatjes doormidden.
– En nu?
– Nu verhitten wij wat olijfolie in een pan en voegen daar ui, knoflook en peper aan toe om even te fruiten op hoog vuur. Vervolgens bakken we de champignons ook op hoog vuur een hele tijd mee, lekker knallen. Overigens houden we een klein beetje van de uisnippers achter voor een volgende stap.
– Hebben jullie al water opgezet voor de spaghetti?
– Jazeker! En dat is maar goed ook, want het koken van zoveel water in deze pan en op dit fornuis neemt behoorlijk wat tijd in beslag. Niet echt hele relevante informatie maar wel specifiek.
– En wat gebeurt er met het restje uisnippers en de rest van de gesneden ingrediënten?
– We verhitten wat olie uit een potje zongedroogde tomaten in weer een andere pan, bakken daarin het restje ui flink op en mikken de paprikastukjes er ook bij in.
De courgetteblokjes mogen ook lekker meebakken nu. Na een tijdje gaan de tomatenstukjes erbij, alsook de passata en wat kruidnagel, nootmuskaat, zout en de bospaddenstoelenbouillon. Pruttelen maar, dat de smaken lekker doortrekken.
– Nu ben ik nieuwsgierig naar de kikkererwten. Klopt het dat die iets gaan doen met de preiringen en de komijn?
– Dat is een correct vermoeden! In een koekenpan laten we de kikkererwten heet bakken in wat olijfolie. Knoflookpoeder en komijn dwarrelen we eroverheen. Als de erwten krokant aandoen, storten we de preiringen in de pan. Die bakken we flink en op hoog vuur mee. We maken dit bijgerechtje af met wat zout uit de molen.
– Over de gehalveerde cherrytomaatjes en komkommerblokjes heb ik jullie nog niet gehoord, hoe zit dit?
– Nee klopt, deze bestanddeeltjes blijven rauw en worden gebruikt voor de salade. De rucola wordt aangemaakt met wat olijfolie, balsamicoazijn, peper en zout en de cherrytomaatjes, komkommer en olijven worden daar doorheen geschud. Simpel, puur, fris, lekker.
– Wat zit er in die bakjes die naast de salade staan?
– Oh daar rechtsboven dat is die nepraspkaas en daaronder staat nog een soort van nepfeta gemaakt van tofu, ook uit een Duitse supermarkt, Philosophentofu heet het. Deze feta serveren we apart van de salade omdat we er niet zeker van zijn of de meisjes er van houden.
– Is de maaltijd nu klaar?
– Nee, nog niet helemaal. We scheppen het champignonmengsel bij de saus en roeren deze goed om. Nog even pruttelen weer.
En we gieten de spaghetti met het restje macaroni af. We dekken de tafel en nú kunnen we opscheppen en eten ja!
Doei!
