Hoi! Weet je nog? De bijna perfecte gehaktballen van 3 juni 2015? Geeft niks hoor. Ik doe toch een nieuwe poging Daartoe verzamel ik:
– 1 grote eetlepel lijnzaad
– 7 eetlepels havermout
– 2 eetlepels HP sauce
– 1 eetlepel sojasaus
– 1 halve aubergine
– 1 uitje
– 1 teen knoflook
– 1 stukje verse peper
– 1 theelepel zout
– laospoeder
– gemalen citroengras
– 3 eetlepels amandelmeel
– 2 eetlepels zongedroogde tomaatreepje uit de olie
– zonnebloemolie
De lijnzaadjes maken het zwaarste werk. Ik timmer en wrijf met al mijn kracht minstens tien minuten om ze tot brij te vijzelen. Sorry lijnzaadjes, you gotta take one for the team sometimes.
Zeven eetlepels havermoutvlokken, krijg die nog maar eens in een bakje tegenwoordig. “Neeheeee, wij moeten áltijd in zo’n bakje, laat me raden, er stroomt zo de een of andere plantaardige melk over ons heen met een scheut zoetigheid, saaaaaai, nee, wij blijven lekker thuis vandaag, series kijken.” Ik sleep ze aan hun oren mijn bakje in, kwak er snel de HP sauce op en roer ze om. Dan maar zo. De havermout is verrast. De vlokken kijken nieuwsgierig omhoog naar de eetlepel sojasaus die ik op hun kopjes drup. Ze wentelen zich tevreden in de hartigheid en besluiten niet terug naar huis te gaan. Mooi.
Ik draai met mijn koksmes een cirkel in de lucht en richt het op de halve aubergine, de gepelde ui en knoflook en het stukje peper. Ik roep er “abracablokkie!” bij en alles valt uiteen in kleine blokjes. Die stukjes staafmixer ik samen met een theelepeltje zout, een ferme snuf laos en een dikke snuif citroengras een beetje grof. Sorry jongens, ook jullie moeten eraan geloven voor het team.
Zo ook jullie zongedroogde tomaatjes, sorry, ik hak jullie ook helemaal fijn met mijn mixer.
Ik meng alles, voeg drie eetlepels amandelmeel toe en kneed de boel tot twee ballen. Die ballen sla ik weer een beetje plat, dat bakt makkelijker.
Zonnebloemolie verleent graag haar medewerking en wordt heet in een pan, een flinke scheut. Voorzichtig leg ik de twee teams in de pan en laat ze even bakken op het hoge vuur. Voorzichtig draai ik ze om met een spatel en laat de andere kant ook even flink dichtschroeien en aanbakken. Daarna draai ik de burgers weer om, zet het vuur laag, doe het deksel op de pan en laat ze nog een minuut of vijftien staan terwijl ik ze af en toe omdraai. En dan rappapaaarappapaaaa!
Team tartaar! Want ja, daar lijken ze op, tartaartjes. Tartaren eerder, ze zijn forser. Structuur en smaak doen zeer denken aan nog redelijk rauw gelaten gebakken tartaar. Daar moet je van houden natuurlijk dus mijn man is door het dolle heen van blijdschap en verrukking!
Ik maakte er bloemkool bij, dit keer in een sausje van haarzelf: twee bloemkoolroosjes gepureerd met twee eetlepels amandelmeel, nootmuskaat, vijf eetlepels kookvocht en veel zout. Bloemkool in bloemkoolsaus, lekker lekker, lekker meta.
Daarnaast serveerde ik ovenfrites met een slanke frietsaus gemaakt van een gepureerde avocado, een eetlepel citroensap, een eetlepel olijfolie en zout.
Doei!