Hoi! En getverdrie. Werd vanochtend ziek wakker na warrige dromen over inslaande asteroïden en filmische vluchtpogingen in ternauwernood niet crashende voer- en vliegtuigen samen met mijn echtgenoot. Thee. Op de bank. Onder een dekentje. Met een film. The Maze Runner. Ik heb hem net uit. Nu wil ik het vervolg zien. Is dan ook een trilogie dus het zal wel.
Bleeeergh! Maar ik moet wel iets eten. Mijn buik praat al een hele tijd tegen me. Ik heb alleen nergens zin in. Er is geen fruit in huis. En geen man. Alleen de kat. Ik eet geen kat. Misschien heb ik de fut om wat groente te snijden en te bakken tot een warme salade. Dat zie ik wel zitten. Om te eten. Niet zozeer om het te maken. Ik ga het toch doen.
Hier. Twee tomaten. Een kontje aubergine. Een klein uitje. Hoptsjoptsjoptsjop. Grof, slordig, snel gehakt. Even liggen tussendoor. Weer op. Pannetje op vuur. Wat cashewnoten in de pan. Als het een beetje naar popcorn gaat ruiken: eetlepel olie van zondiggedroogde tomaatjes erbij. Dan de ui. Even later de aubergine.
Vervolgens kappertjes, zongedroogde tomaatjes en olijven en als laatste de tomaten. Scheut citroensap. Even stoven. Even liggen. Zeezout. Klaar. Kapot. Bijna te moe om te eten. Maar het smaakt me redelijk dus ik eet alles op, langzaam, hap voor hap. Paracetamol. Thee. Liggen blijven nu. Nee ik weet niet of de paracetamol veganistisch is of niet. Sommige bronnen beweren van wel, andere van niet. Ik hoop dat die eerste bronnen gelijk hebben. Ik doe gewoon maar mijn best.
Doei!
Bestanddelen voor één warme zieke salade:
– twee trostomaten grof gehakt
– één klein uitje grof gehakt
– één kontje aubergine grof gehakt
– wat cashewnoten
– wat zwarte olijven
– wat zongedroogde tomaatjes en wat olie daarvan
– wat kappertjes
– peper
– zout