Hoi! Wie biet? Ik biet! Burgers om precies te zijn. Bietburgers. Olé. Spellingsfouten zijn bij mij altijd intentioneel of simpelweg bij uw nader inzien niet fout. Ziet nader in dus, altoos. Zoudt u trouwens wat bieden voor een boek met een selectie van mijn recepten uit dit blog? Of zal het u een biet wezen of u ze hier in cyberspace leest of in een ouderwets boek waarvan u de pagina’s kunt omslaan en, nog leuker, kunt bevlekken en besmeuren wanneer u bulderend van het lachen recepten na probeert te koken uit een opengeslagen boek van echt papier dat op uw aanrecht ligt te glunderen, blij dat de belachelijke foto van mij die op de voorkant van het boek staat niet te zien is. Want dat zo’n coverfoto potsierlijk zal zijn in mijn geval is onvermijdelijk. Er zal ook zeker een banaan bij komen kijken. Laat maar weten. Ik hoor graag of er een aanboorbare markt voor is.
Ik ga weer verder met waar ik goed in ben. Mokken over het weer. Haha nee hoor, ik hou van het weer, ik maak een grapje. Ik ga strijken uiteraard. Haha nee hoor, ik weet niet eens of we een strijkijzer hebben, ik maak al weer een grapje. Tijd voor serieuze dingen nu. Voedsel.
Belangrijkste informatie eerst, de ingrediënten.
Voor tien bietburgertjes:
– 500 gram voorgekookte rode bietjes
– 1 gesnipperde ui
– 1 stukje verse peper naar smaak in kleine stukjes gesneden
– 1 stukje verse gember naar smaak, geschild en gehakt
– 1 bolletje tamarinde, in stukjes gesneden (iemand heeft dat van ver voor me meegenomen, je kunt het vervangen door een scheutje azijn of een likje appelstroop, je kunt het ook gewoon weglaten hoor)
– 1 kop bulgur
– 1 plantaardig bouillonblokje
– 3 eetlepels bloem
– 2 grote eetlepels sesamzaadjes
– 2 grote eetlepels edelgistvlokken
– 2 grote eetlepels amandelmeel
– 1 eetlepel mierikswortel
– knoflookolie (of andere olie en verse knoflook of knoflookpoeder)
– (rook)zout
Wie biedt? U meneer daar helemaal achterin? Hoeveel? Voor de knoflookolie? Is goed, ik warm ‘r op en fruit de ui, peper, gember en tamarinde erinde tot ik de snippers er lekker glazig en bruin uitzien vinde. Olé. Dat is dan 45 euro, dank u meneer.
Wie biedt op de bieten? Ah mooi, mevrouw, mevrouw, meneer, hé u weer?! En jongedame, hoe hoger het bod, hoe fijner het resultaat. Ik pureer de bieten met een staafmixer en laat het papje even uitlekken in een zeef. Ach hé, voor meneer weer, daar achterin. Nou voor die 280 euro pureer ik uw gebakken aankoop van daarnet net zo makkelijk even door die bietenbrij heen.
Volgende. Weer knoflookolie heet in een pan. De bulgur gaat erbij en wordt glazig aan alle kanten. Dat komt omdat ik verwoed sta te roeren in de dampende pan. Ik blus af met een kop water. Het is dezelfde kop als waarin ik de bulgur afmat. Bouillonblokje er boven verkruimelen en blijven roeren tot al het vocht is opgenomen, mompel ik tegen mezelf. Meer water toevoegen en meer roeren, net zo lang tot de bulgur een smulbare substantie heeft bereikt. Proeven dus, ik blijf het zeggen, blijf proeven, de hele tijd, proeven en voelen, met je tanden, met je tong, met je neus. Ruiken dus ook, ja. Wat lullen met mezelf, of niet? Maar goed, uiteindelijk gaat er nog één zo’n kop water extra in totaal bij mijn bulgur. Mijn bulgur? Neen. Klopt meneer, daarachterin weer, úw bulgur, dat is dan 150 euro dank u!
Terwijl meneer de bulgur door de bietenbrij roert, probeer ik een pakket met rookzout, bloem, sesamzaadjes, edelgistvlokken, amandelmeel en mierikswortel aan de man te brengen. Een jongejuffer en een dame op leeftijd bieden flink tegen elkaar op. 390 eenmaal, 390 andermaal, ver… oh meneer, u weer? Net op tijd zeg. 450 zegt u? De oudere dame zucht zuur en loopt weg. Eenmaal, andermaal, verkocht. De man mixt het hele pakket door de bietenbulgurbrij.
Ik raad hem aan een oven voor te verwarmen tot 220 graden en op een bakplaat bekleed met bakpapier bergjes te maken van de burgerij. Burgerbrij. En die plaat die kan dan zo’n veertig minuten in de oven. Wanneer de burgers daar stevig genoeg voor zijn flipt meneer ze even om met een spatel.
Ik weet nog wel een sausje voor erbij. Twee koppen amandelmelk warm ik op met wat nootmuskaat, knoflookpoeder en lekker veel zout. Ik roer er vier eetlepels edelgistvlokken doorheen. Ik meng twee theelepels aardappelzetmeel met twee eetlepels koud water tot een glad papje en meng dit door de saus. Meneer bedankt me.
Ingrediënten voor de saus:
– amandelmelk
– edelgistvlokken
– aardappelzetmeel of maïzena
– nootmuskaat
– knoflookpoeder
– zout
Ik weet ook nog wel een bijgerecht. Ik maak het. Ik kook een gewassen en gebroken stronk broccoli tot alle roosjes zacht zijn. Ik was en snijd een krop andijvie en overgiet de groene strookjes met gekookt water. Ik pureer de broccoli, roer de andijvie erdoor en giet de helft van de saus eroverheen. Meneer houdt niet van andijvie. Brompot. Brompot rauwe andijvie met de bro van broccoli.
Overigens zijn tien bietenburgers wat veel voor twee eters, er gaan er dan ook maar vier van op, de rest is voor een andere dag, voor op een barbecue. Lekker grillen die bietenlappen.
Dat is dan 920 euro meneer.
Doei!